Eduard Verschuur
Mijn naam is Eddy Verschuur en ik ben als plastisch chirurg werkzaam in het Medisch Centrum Leeuwarden, alwaar ik ook mijn opleiding tot plastisch chirurg gevolgd heb.
Naast mijn aandachtsgebieden handchirurgie, (micro)chirurgische reconstructies in het hoofd-hals gebied en peri-orbitale chirurgie (chirurgie rond het oog), heb ik mij toegespitst op de peestransposities in het onderbeen en andere problemen van het onderbeen en de voet. Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan langdurige wonden aan het onderbeen, het Morton’s neuroom (een zenuwtumor tussen de tenen), het tarsale tunnel syndroom en spasmen aan onderbeen/voet.
Gedurende mijn opleiding tot plastisch chirurg ben ik in aanraking gekomen met de peestransposities voor het opheffen van een klapvoet. Deze transposities werden verricht door dr Spronk, een van mijn opleiders.
Aangezien ik gedurende een lange periode mijn spreekuur samen met dr Spronk heb gedaan, ben ik met mensen met een klapvoet in aanraking gekomen, zowel voor de operatie als daarna. Ik raakte gefascineerd door de patiënten die uit het hele land kwamen naar het Medisch Centrum Leeuwarden. Dit nadat ze via mond op mond reclame of via internet hadden gelezen over de operatie die wij verrichten bij een voetheffersparese. De impact op kwaliteit van leven en de positieve reacties na de operatie maakte dat ik dit graag wilde leren. Geleidelijk ben ik zelf de indicaties gaan stellen voor de operatie en ben ik deze ook uit gaan voeren. In 2010, na vele operaties samen en alleen, is dr Spronk met pensioen gegaan en heeft hij zijn praktijk aan mij overgedragen.
Sedertdien is er een hoop gebeurd en zijn we uitgegroeid tot een landelijk expertisecentrum op dit gebied. Jaarlijks opereren we nu rond de 40 patiënten aan zijn of haar klapvoet. Alle patiënten die we opereren worden voor en na de operatie volledig in kaart gebracht door mijzelf en door een fysiotherapeut. Alle gegevens die we hierbij verzamelen worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek, om zo een beter beeld te krijgen van de operatie en om patiënten beter te kunnen inlichten over de resultaten van de operatie.
