Uitleg benamingen

Hier vindt u de uitleg van alle medische termen die gebruikt worden op deze website.

Bewegingen

  • Flectie: betekent buigen, een flexor is dus een buiger
  • Extensie: Betekent strekken, een extensor is dus een buiger
  • Dorsaal/plantair flectie: Voor de bewegingen van de voet zijn verschillende benamingen, wat het er allemaal niet duidelijker op maakt. Dit komt doordat je bij de voet niet echt van buigen en strekken kunt spreken. Je voet buigt altijd, alleen naar de grond of naar het plafond. Het heffen van de voet wordt dorsaal flectie genoemd; het buigen van de voet naar het plafond. Het buigen van de voet; gasgeven, wordt plantair flectie genoemd; het buigen naar beneden
  • Inversie/eversie: Het naar binnen of naar buiten kantelen van de voet noemt men respectievelijk inversie en eversie

Botten

Os: betekent bot in het latijn. Je kunt zien dat het om een bot gaat, als er 'os' voor staat:

  • os Tibia: Dit is het scheenbeen
  • os Fibula: Dit is het kuitbeen 

Zenuwen

Nervus: betekent zenuw in het latijn. Je kunt zien dat het om een zenuw gaat, als er 'n.’ voor staat ('nn.’ bij meervoud).

  • n. Ischiadicus: Wordt ook wel de de heupzenuw genoemd. Loopt achter het bot van het bovenbeen en verzorgt de meeste spieren onder de knie. Deze zenuw splitst zich in de nervus tibialis en de nervus peroneus communis.
  • n. Tibialis: Wordt ook wel de scheenbeenzenuw genoemd. Is de grootste aftakking van de n Ischiadicus en vertakt zelf weer meerdere keren onder andere naar de kuitspieren. Zorgt verder voor gevoel van de voetzool.
  • n. Peroneus communis: Wordt ook wel de gezamenlijke kuitbeenzenuw genoemd. Aftakking van de n Ischiadicus en splits zelf weer in de n. Peroneus profunda en n. Peroneus superficialis.
  • n. Peroneus profunda: Wordt ook wel diepe kuitzenuw genoemd. Doet een klein deel gevoel (tussen de 1e en 2e teen) en zorgt voor innervatie van de m. Tibialis anterior, m. Extensor hallucis longus, m. Extensor digitorum.
  • n. Peroneus superficialis: Wordt ook wel de oppervlakkige kuitzenuw genoemd. Zorgt voor gevoel van de voorvoet en voor de mm. Peroneii.

Spieren

Musculus betekent spier latijn. Je kunt zien dat het om een spier gaat als er 'm.' voor staat ('mm.' bij meervoud). We beperken ons hier tot de spieren van het onderbeen. Verder is het belangrijk om te weten dat het onderbeen uit vier compartimenten bestaat. 

1. Het anterieure compartiment

Het compartiment aan de voorzijde van het onderbeen, hierin bevinden zich de voetheffers, bestaat uit: 

  • m. Tibialis anterior: Dit is de echte voetheffer, je kunt er dus je voet mee heffen en deze spier zorgt ervoor dat de voorvoet en tenen niet neerklappen bij het lopen. Het is een langgerekte spier aan de voorzijde van het been
  • m. Extensor hallucis longus: De strekker (extensor) van je grote teen (hallucis)
  • m. Extensor digitorum: Dit zijn de gezamelijke strekkers/heffers van de kleine tenen
fig 2a

2. Het laterale compartiment

Het compartiment aan de buitenkant van het onderbeen bestaat uit de peroneii, deze worden ook wel de fibularis genoemd aangezien ze aan het kuitbeen (os fibula) vast zitten: 

  • m. Peroneus brevis: Deze spier zorgt ervoor dat je je voet naar buiten en naar boven kunt bewegen (eversie)
  • m. Peroneus longus: Deze spier draagt bij aan de eversie en zorgt ook een beetje voor het naar beneden buigen (flecteren) van de voet
fig 2d

3. Het diepe dorsale compartiment

Het diepe compartiment aan de achterzijde bevatten voornamelijk de buigers van de tenen:

  • m. Tibialis posterior: Deze spier zorgt voor het naar binnen en naar boven bewegen van de binnenste voetrand (inversie). Dit is ook de spier/pees die gebruikt wordt bij een normale peestranspositie
  • m. Flexor hallucis longus: Deze spier zorgt voor het buigen (flecteren) van de grote teen (hallux)
  • m. Flexor digitorum: De gezamenlijke buiger van de kleine tenen

4. Het oppervlakkige dorsale compartiment

Het oppervlakkige compartiment aan de achterzijde bestaat uit de triceps surae, dit zijn de kuitspieren en zijn de echte voetbuigers. Deze spieren komen samen in een gezamenlijke pees: de achillespees.

  • m. Soleus: Deze spier zorgt voor het buigen van de voet
  • m. Gastrocnemius lateralis en medialis: Deze spier zorgt voor het buigen (flecteren) van de voet en helpt mee bij het buigen van de knie
fig 2e

fig 2c